Bron: Verkorte opleidingen in het niet-bekostigd mbo onderwijs, Utrecht, november 2018, Ministerie van OCW/Inspectie van het Onderwijs. Download hier het rapport.
Conclusies en aanbevelingen
‘Motivatie, discipline en levens- en werkervaring van studenten zijn belangrijker dan de vooropleiding’
Conclusies
De Inspectie voor het Onderwijs concludeert:
- Niveau 4 opleidingen in de Zorg en Welzijn komen het vaakst voor
- Verkorte opleidingen zijn intensieve opleidingen
- Bedrijven én studenten zijn tevreden
- Motivatie van studenten is een belangrijke succesfactor
- Focus van deze opleidingen ligt op beroepsgerichte vakken
- Niet voor alle studenten geschikt
Niveau 4 opleidingen in de Zorg en Welzijn komen het vaakst voor
Bijna 2/3 van de private opleiders biedt verkorte opleidingen aan. Met name in de Zorg en Welzijn spelen opleiders hiermee in op de vraag uit de arbeidsmarkt
Verkorte opleidingen zijn intensieve opleidingen
Opleidingen worden tot wel 50 procent verkort. Dit wordt gecombineerd met intensief onderwijs met relatief meer begeleide onderwijstijd. Lesuitvak komt daarbij nauwelijks voor. Het onderwijs is strak geprogrammeerd.
Bedrijven én studenten zijn tevreden
Opleiders betrekken studenten en leerbedrijven bij het onderwijs. De praktijk en de werkcultuur reflecteert zich in de lessen. De praktijk waardeert de flexibiliteit die private opleiders bieden. Betrokken docenten verzorgen de lessen in kleine groepen.
Motivatie van studenten is een belangrijke succesfactor
De verkorte opleidingen vergt veel van studenten. De intrinsieke motivatie van studenten is belangrijk om de verkorte opleiding succesvol af te ronden. Een student met een leerbare instelling en een bewuste keuze voor het vak heeft de beste kansen. Zeker als de opleider de student weet te activeren door actuele kennis en vaardigheden en voorbeelden uit de beroepspraktijk.
‘De opleiding is kleinschalig’, ‘Er zijn kleine groepen en intensieve begeleiding’, ‘de beroepskansen zijn goed en er zijn deskundige docenten uit de beroepspraktijk’
Focus van deze opleidingen ligt op beroepsgerichte vakken
De opleidingen blijven dicht bij de kern van het kwalificatiedossier. De focus in de lessen ligt op de beroepsgerichte vakken. De generieke vakken, zoals Nederlands, Engels en rekenen, vraagt veel zelfstudie. Van studenten wordt zelfdiscipline en zelfwerkzaamheid gevraagd.
Niet voor alle studenten geschikt
Verkorte opleidingen vraagt veel van de student. Gebrek aan discipline en zaken die spelen in de privésfeer leiden vaak tot studievertraging. Voor jongere student bestaat het gevaar dat ze onvoldoende voorbereid worden op deelname in de samenleving. Bij oudere studenten kan de inhoud van de generieke vakken een aandachtspunt zijn.
Aanbevelingen
De Inspectie komt op basis van haar conclusies tot de volgende aanbevelingen richting de Minister van OCW.
‘Het kleinschalige karakter draagt bij aan ons zicht op de voortgang van studenten’
OCW
Verduidelijk de wet- en regelgeving op het punt van studieduur en
onderwijstijd. Het is onduidelijk hoe het afwijken van de urennorm zich verhoudt tot voorgeschreven studieduur.
Bekostigde en niet-bekostigde instellingen
Houd er rekening mee dat een verkorte opleiding meer betekent dan een kort programma. Verkorte opleidingen zijn waardevol voor bedrijven en en bepaalde doelgroepen. Dit vraagt om specifieke vaardigheden van de docent en kennis en ervaring direct uit de beroepspraktijk. Maar ook van de student wordt een specifieke houding en achtergrond gevraagd.
Leerbedrijven
Leerbedrijven zoeken vaak snel inzetbare arbeidskrachten, maar krijgen, zeker bij de jongere student, te maken met bredere eisen die de mbo opleiding stelt. Omdat vaak ook de beroepspraktijk is verkort, hebben leerbedrijven te maken met een intensiever begeleidingstraject. Er zal voldoende tijd moeten worden vrijgemaakt voor de begeleiding bij een leerbedrijf.
Afsluitend
Een leven lang leren is van groot belang op de arbeidsmarkt. Bekostigde en niet-bekostigde instellingen spelen daarbij een essentiële rol. De dynamiek op de arbeidmarkt vraagt om flexibele opleiders die hun opleidingen afstemmen op de vraag van bedrijven. Dit vraagt van de overheid, op haar beurt, om regelgeving die hieraan voldoende ruimte biedt.
‘De opleiding is goed aangeschreven, er zijn korte lijnen, de opleiding komt afspraken na en is goed te bereiken’